Een fragment uit het leven van de koerier …
“We selecteerden toen ongeveer een dozijn urgente gevallen van Joden om naar Zwitserland te brengen. Dries en ik realiseerden ons al vroeg dat, als we ooit werden gepakt, het essentieel was om verantwoording af te leggen over wat we waar hadden gedaan, zonder anderen in gevaar te brengen. of onszelf en dat we altijd in staat zouden moeten zijn om elkaars verhalen te ondersteunen Daarom gingen we, voordat we vertrokken, zitten en verzonnen een verhaal om de Duitsers te vertellen Deze routine was om ons leven te redden.
Op 6 januari 1943 begonnen we onze reis met tien vluchtelingen. We smokkelden ze veilig in kleine feestjes naar Brussel en daar kregen ze een uitstekende Franse I.D. kaarten via de organisatie van Margot Nyst. Vandaar namen we ze mee langs onze route naar een aantal onderduikers in Belfort, waar we drie dagen later aankwamen. “
[…]
“Toen we echter uitlegden dat we vanuit Frankrijk waren gelopen, werd zijn uitdrukking zachter en zonder een woord te zeggen liet hij ons binnen. Het bleek dat deze man, die ons nooit zijn naam had verteld, de eigenaar van het hotel was, en een Fransman. wiens gevoelens voor de nazi’s nauw overeenkwamen met die van ons. Toen we onze modderige schoenen hadden uitgetrokken, liet hij ons een zeer gastvrije tweepersoonskamer zien, waar hij ons een wasmand voor onze smerige kleren, een paar pakjes Players-sigaretten en een stijve We kalmeerden onze pijnlijke ledematen onder een warme douche, gleden tussen de smetteloze lakens en vielen in een droomloze slaap.”